Omdat we in het dagelijks leven liever niet werken met hele grote of hele kleine getallen gebruiken we vaak voorzetsels zoals kilo of milli. Denk maar eens aan een kilometer, dat is duizend meter. We zeggen dat we 'vijf kilometer' moeten fietsen naar school en niet dat we 'vijfduizend meter' moeten fietsen naar school. Met gewichten gebruiken we liever 'kilogram' dan 'duizend gram', niemand vraagt om 'duizend gram' suiker. Een euro is ongeveer 'twee millimeter' dik, en we zeggen niet 'tweeduizendste meter' dik, maar dat bedoelen we wel.
Woorden zoals kilo en milli noemen we SI-voorvoegsels of SI-prefixes. Er is een officiële lijst met zulke voorzetsels, zie bijvoorbeeld de website van wikipedia.Voorbeelden:
macht van 10 | voorvoegsel | afkorting | naam | getal |
109 | giga | G | miljard | 1.000.000.000 |
106 | mega | M | miljoen | 1.000.000 |
103 | kilo | k | duizend | 1000 |
102 | hecto | h | honderd | 100 |
101 | deca | da | tien | 10 |
10-1 | deci | d | een tiende | 0,1 |
10-2 | centi | c | een honderdste | 0,01 |
10-3 | milli | m | een duizendste | 0,001 |
Vul het juiste SI-voorvoegsel (de afkorting, zie de tabel) in:
Schrijf als macht van 10 (schrijf de exponent in het witte hokje):