Vereenvoudig de volgende delingen van machten. Schrijf in het eerste hokje het grondgetal en in het tweede, hogere hokje de exponent.
Vereenvoudig de volgende delingen van machten. Schrijf in het eerste hokje het grondgetal en in het tweede, hogere hokje de exponent.
Vereenvoudig de volgende delingen van machten. Schrijf in het eerste hokje het grondgetal en in het tweede, hogere hokje de exponent.